db-517 Thomas (7/12)

(c) pixabay(dot)com

db-517 NL

Thomas (7/12)

Wat was hij op die vrijdag veel kwijtgeraakt: zijn Heere en Meester. Het Paasevangelie was voor hem te groot. Nooit zou hij het geloven! Tenzij hij Zijn handen en zijde zou zien en voelen…

Toen de Levende voor hem stond, leed zijn ongeloof schipbreuk en kon hij alleen nog maar antwoorden: ‘mijn Heere en mijn God.’

Ondanks zichzelf – en dankzij het lijden, sterven en de opstanding van zijn Meester – kreeg Thomas (weer) zicht op Hém, Die hem nooit uit het oog verloren of losgelaten had.

Aan Thomas’ vasthoudende Heere, God en Zaligmaker, beveel ik de juli-jarigen hartelijk aan. Proficiat!

db-515+516 pride

(c) pixabay(dot)com

db-515+516 (NL)

pride

’t Is niet alleen de dwaas met z’n boos gemoed (Psalm 14:1 ber.) die mij ervoor doet terugdeinzen om trots te zijn. Méér nog het feit dat ik zo anders ben dan mijn goede Schepper het oorspronkelijk, volmaakt bedoelde.

Door de zondeval (Genesis 3) leef ik in een gebroken, onvolkomen, zondige werkelijkheid. Ben ik niet de volmaakte man die ik, voor mijn Schepper en mijn naaste, zou behoren te wezen. Gaat m’n weg niet over rozen, maar doornen, distels, met raadsels, rafels, en depressies.

Anderen (met eender of alternatieve gebrokenheid, of zelfs met balk in eigen oog) geeft dat beslist GÉÉN vrijbrief om mij daarom voor ‘t hoofd te stoten, op ‘t hart te trappen, of met de pressie in wanhoop doen ont-aarden…

Maar ik, ik ben niet trots omdat ik ‘zo’ ben. Heb ook niets te vieren. Wel te dragen, en te vragen:

“Heere, God van Noach,

en van de boog die gezien wordt in de wolken,

laat om Jezus’ wil:

géén trots, maar een nederig gemoed,

géén dwaze hovaardij, maar arm-makende genade,

géén ijdele fierheid, maar Uw Kracht in zwakheid,

géén (zonde)schuld, maar vergeving,

géén ondanksloon, maar ware dankbaarheid,

ook over mij (en ons) Uw reddingscepter zwaaien.”