Zoveel jaren is het vandaag geleden dat mijn leven ondersteboven ging, ik uit mijn auto gezaagd, én van Hogerhand gespaard werd.
Elf dagen na een nieuwjaarspreek in mijn geliefde Maartensdijk over Spreuken 14:12: ‘Er is een weg die iemand recht schijnt, maar het laatste van dien zijn wegen des doods.’
Wat zijn er daarna veel wegen gevolgd die heel wat schenen… Gedwaald als een schaap der verderving. Tot hiertoe, tegen eigen verdienste in, niet tot een roof overgegeven.
Er is een Weg, Die niemand recht schijnt. Hem zijn ‘de wegen des levens bekendgemaakt’ (Hand. 2:28).
Het bloeit, maar ’t is amper een bloemetje… ‘t Is wel het enige wat hier momenteel, in ontluikende zin, floreert. Dus meer dan dit viel er sowieso niet te ‘schieten’ voor een slotakkoord.
We doen het er maar mee…!
Allereerst voor een hartelijke felicitatie aan alle jarigen van het vierde en ietwat grijsgrauwe kwartaal van dit natte jaar.
Moge voorts de kleine bloesems maar als blijken van Gods sparende en bewarende Hand verstaan worden – ook als het misschien een moeilijk jaar was.
Tenslotte – en is dit stilleven niet oneindig schoner dan alle geknal, geflits? – met de heilswens voor een goed eindejaar.
Dit is jaarlijks misschien wel de lastigste blog. Nadrukkelijk niet geschreven om een aalmoes, maar als welgemeende dankbetuiging!
Want het was in 2024, ten gevolge van de arbeidsongeschiktheidsvoorziening van de Hersteld Hervormde Kerk, alweer de vijftiende jaarlijkse koopkrachtdaling – zelfs mét de ondersteuningsbijdrage (sinds eind 2021) meegerekend. Bij stijgende prijzen…
Dat doet iets met een mens. Dat een kerk dat zo regelt, krijg ik (ook bij hulpverleners) moeilijk uitgelegd. Zulks werkt eerder isolerend en averechts dan helpend, denken ze.
Al degenen die belangeloos (en anoniem) geholpen hebben om deze vijftiende koopkrachtdaling enigszins te remmen, wil ik daarvoor hartelijk dankzeggen.
Een omgekeerde wereld: een burcht zonder geborgenheid, een kerstmarkt als bloedplaats, met een arts als hoofdverdachte en zoveel verwoeste levens…
’t Is de drift, die het woedend heidendom beheerst. De haat die de volken in ijdelheid doet woeden, en geweldigen doet beraadslagen tégen God en tégen Zijn Gezalfde. ’t Is ons aller hartentaal van nature…
Maar ’t zal de boze niet gelukken!
De Heere in de hemel is sterker, groter, machtiger. Een Burcht, Toevlucht bovendien, én Uithelper van ellendigen en treurenden.
Op de markt van vrije, soevereine genade klinkt het nóg: ‘welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen.’
Vanavond is het extra donker in Dussen. Ondanks dat op talloze lantaarnpalen een helderwitte poster prijkt, met in bloedrode letters de tekst:
‘Opgepast. F(*1) bezorgt overlast’
Nee, de posterplakkers (terecht verontruste burgers) zijn voor deze duisternis niet verantwoordelijk. Rooms, rood, groen, liberaal en protestants Dussen hechten er gezamenlijk aan een gerust leven. Vandaar hun protest tegen een ‘religieus complex’ in een voormalig partycentrum.
Géén mega on-kerk.
Als dienaar des Woords zeg ik bewust on-kerk, want kerk (van ‘kuriakè’ afkomstig) betekent: ‘wat van de Heere is.’ En dat kun je bij een opengeslagen Bijbel bepaald niet van deze overlastgevende dwaalleer beweren. Waar niet het Woord en de ere Gods, en Zijn vrijmachtige, soevereine genade de toon zetten, maar de mens en een vergankelijk, aards imperium centraal staan.
Waarom de overheid alhier ook gehouden is maatregelen te nemen ‘(…) om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valsen godsdienst, om het rijk van den antichrist te gronde te werpen, en het Koninkrijk van Jezus Christus te doen vorderen (…)’ (Art. 36, Nederlandse Geloofsbelijdenis). Maar helaas is er binnen onze gemeenteraad geen enkele partij overgebleven die in de praktijk dit Bijbelse beginsel handhaaft…
De verontruste burgers dan maar met een kluitje in het riet (of naar de Rietpluim) sturen? Geenszins! Let er nog eens op waar ze zelf hun verontrusting aanplakten…? Op de lantaarnpalen. Daar brachten ze hun last in het licht. Kan het toepasselijker in deze donkere dagen?
Want laat dát nu geestelijk de weg zijn: het gebed, door de soevereine, almachtige God Zelf ingesteld. Ook om de nood van een dorp neer te leggen bij dat ene dierbare Licht der wereld: de Zaligmaker van Zijn volk, de Heere Jezus Christus, Wiens Rijk géén einde zal hebben. Bij dat Licht, verootmoedigd aan Zijn voeten, bidden vóór overheid en verontruste onderdanen. Tégen de dwaalleer, maar voor het behoud van misleide zielen. En voor onszelf, want wie meent te staan, doorgronde Hij, Die in al de waarheid leidt en op de eeuwige weg (Psalm 139:23-24).
‘Uw koninkrijk koom’ toch, o HEER’!
Ai, werp den troon des satans neer;
Regeer ons door Uw Geest en Woord;
Uw lof word’ eens alom gehoord,
En d’ aarde met Uw vrees vervuld,
Totdat G’ Uw rijk volmaken zult.’(*2)
_____
(*1) in dit blog bewust tot F. afgekort om op geen enkele wijze de naam of dwaalleer te verbreiden.
Daarvoor, dat er geoogst kón worden, waar elders winden, watergekletter, wapentuig of waanzinnigen ploegen, zaaien, of maaien verwoestten.
Daarvoor, dát wij nog geregeerd worden, in plaats van aan chaos, oorlog, opstand of revolutie overgeleverd te zijn.
Daarvoor, dat het geslacht van Abraham, Izak en Jakob nog is en zijn zál, wat vijand zich daar ook tegenkante.
Daarvoor, dat het welbehagen des Heeren door de Hand van Zijn Gezalfde gelúkkiglijk voortgaat, omwille van de arbeid Zijner ziel. Dat vrije soevereine éénzijdige Godswerk, dat Hem verheerlijkt en zondaren zaligt.
Daarvoor, dat ‘t alles óndanks ons is, voor gewas, arbeid en visserij.
Het stembiljet ziet er iets anders uit, maar bovenstaande zaak is opnieuw vereist. Gebed is immers geboden, ‘strategisch stemmen’ bepaald niet…
Allereerst voor de zittende president, door wiens hand het de Almachtige belieft, de USA thans te regeren.
Vervolgens voor de beide presidentskandidaten, wiens afschrikwekkende campagnes en goddeloze partijprogramma’s boekdelen spraken en kwaads doen vrezen.
Tenslotte voor onszelf, want evenals als hen, geldt ook ons:
‘Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed of hetzij kwaad.’ (Pred. 12:13b-14)
Hoeveel van de 95 Stellingen van destijds zou (een échte) Luther anno Domini 2024 aan (diverse vormen van) grensoverschrijdend gedrag op het kerkelijk erf, inclusief het wegkijken en monddood maken van slachtoffers, wijden?
Geen enkele.
Luther ‘wijdde’ geen stellingen (in), maar schreef ze op en sloeg ze aan. Tot ontdekking van ongerechtige praktijken én met de Bijbelse eis tot waarachtige bekering. Waarachtig in plaats van waar-achtig…
Toch leek het (helaas) actuele thema grensoverschrijdend gedrag niet bepaald hoog op de agenda te staan bij deze herdenking van en de oproep tot de voortdurende reformatie. Terwijl men toch moeilijk beweren kan dat het Bijbelse ‘sola Scriptura’ (alleen de Schrift) dit uitsluit… Of zijn er andere redenen te bedenken?
Is het mogelijk vanwege de angst voor, het al even Bijbelse, ‘tota Scriptura’ (geheel de Schrift)? We zijn er immers meesters in geworden om bijv. slechts die Bijbelgedeelten te laten spreken die in ons straatje (lijken te) passen, op ‘afstand’ (schijnen te) blijven of voor de ander bedoeld (zouden) zijn, maar niet voor mij….?! En we vergissen en bedriegen zo onszelf en elkaar, op reis naar de eeuwigheid.
Of werden bij de herdenking van de Kerkhervorming misschien zelfs daders op ‘t schild gehesen van wie het een publiek geheim is, dat deze de grenzen van de naaste niet achten en daarmee de Wet en scheppingsorde van God overtreden? Hetzij met intimiderende gedragingen, leugenachtige woorden, onkuise handelingen, of…..?
Het Woord ontdekt ons, ook als we er zelf blind voor blijven en zelfs verharden, aan onze verdoemelijke natuurstaat voor de Almachtige. Niet een beetje, maar tot in de ziel en ons hart. Een onreine, vuile bron bij elke nakomeling van Adam. En toch iets wat menigeen met ‘slechts’ een selectie Bijbelteksten, lenzen en leesbrillen, ja zelfs met een hypocriet beroep op de drie reformatorische Sola’s (van genade, geloof en Schrift), meent te kunnen bedekken. Zonder de noodzaak en de zaak van het wederom geboren te moeten worden te kennen of te verstaan. Niet ten laatste ook binnen de gereformeerde gezindte.
Alsof Johannes de Doper, die andere reformator, voorloper en wegbereider van die ene, eeuwige, dierbare Hervormer en Bruidegom van Zijn Bruidskerk het niet gezegd heeft in Naam van zijn Zender: ‘Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?’ (Matth. 3:7b).
Daar helpen, eerbiedig bedoeld, geen vlaggen met (flarden van) reformatorische Sola’s, die de lading van praktijken vol eigenliefde en grensmisachting níet bedekken. Evenmin redt het luid applaus van gelijkgezinden (of de daarmee gepaard gaande weerzin van de ‘wereld’) voor die dag van de toorn van de levende God, als dan blijkt dat onder al die schijnvrome dekmantels slechts de meerdere eer van het eigen ego werd gezocht in plaats van de ere Gods en het heil van de naaste.
Om het met de Psalmdichter (130:2) te zeggen: ‘Ach, wie zal dán bestaan?’
Alléén de gerechtigheid van Christus, waarachtig toegepast en geschonken bij God vandaan, redt van de dood. Of om het met Luther én de ganse Kerk van álle tijden en plaatsen te zeggen: solo Christo. En door Zijn Hand zal het welbehagen des Heeren, evenals in 1517, ook in 2024 nog gelukkiglijk voortgaan. Totdat de laatste zal zijn toegebracht tot die Gemeente, die Kerk, die heilig, katholiek (dat is: algemeen) en Christelijk is, waarvan de Heere Jezus Zelf het enige Hoofd én de uiterste Hoeksteen is. Zo wordt Gods Sion door recht verlost. Alléén door Christus.